Een kakelbonte verzameling

Het was een kennismaking voor startende ondernemers bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam. Ik zat naast een dame die vertelde over plannen voor haar schoonmaakwinkel. Ik zag het helemaal voor me. Planken en schappen met groene zeep en een kakelbonte verzameling schoonmaakborstels en kwasten. Bijna direct gingen mijn gedachten volledig vrij op het thema winkel. Ik dacht schoonmaakwinkel….troost….troostwinkel. En zo ontstond in een splitsecond mijn plan. Wat zou het gaaf zijn om op een plek in de stad een troostwinkel binnen te lopen. Hier zou je een stoel, een mooie koffie of thee en een luisterend oor vinden. Ik ging wat kauwen op het onderwerp. Nee, dacht ik uiteindelijk. Er zal nooit een oplossing te koop kunnen zijn voor rouw. Troost kun je niet kopen. Een winkel zou niet de juiste setting zijn. Rouw en omgaan met rouw is juist hard werken. Hard werken met je eigen gereedschap.

De sterke geur van ledervet

En zo rook ik de sterke geur van ledervet. Ik hoef er niet eens mijn best voor te doen. Ik ruik het zo weer. De werkplaats bevond zich aan de zijkant van een oude boerderij. Een lage deur met een grof ijzeren handgreep, een klingelende bel en een schoenmaker. Vriendelijk, klein en gebocheld. Dat waren meer mensen in het dorp waar ik opgroeide. Kleine mannen en vrouwen, krom lopend of met een bochel. Als kind vond ik dat normaal. Ik kende niet anders. En ze kleurde mijn leven. Maar goed, die werkplaats dus. Het fascineerde mij als kind. Mijn moeder stuurde mij met schoenen voor een nieuw hakje of een nieuwe zool naar de oude schoenmaker. En dan stond ik te kijken hoe deze man onder het licht van een enkel peertje de stikmachine en de poetsmachine bediende. Die doordringende scherpe geur van leer, lijm en vet en die peer boven de werktafel. Je voelde het vakmanschap. Deze man wist wat hij deed. Als kind durfde ik hem niet te storen. Dus zo stond ik daar soms zomaar een tijd te wachten zonder dat mij gevraagd werd wat ik kwam doen. Wachten, kijken en opsnuiven. Al dat gereedschap, hangend op borden met spijkers en haakjes. Daar moet ik onbewust aan gedacht hebben toen ik aan de Troostwerkplaats dacht. Geen winkel dus, maar een werkplaats. Een eigen plek waar het gereedschap geordend hangt, waar je de weg kent en waar je in je eigen tempo en op je eigen manier werkt aan het herstel van iets. Werken met de ijver en de zorg van die oude schoenmaker. Eigenlijk zou iedereen zijn of haar eigen Troostwerkplaats kunnen inrichten. Wat heb je nodig om te herstellen als je door iets in je leven averij hebt opgelopen.

Mijn gereedschap

En zo wist ik dat mijn mountainbike mijn gereedschap zou worden. Mijn grote redding. Op de avond na de begrafenis van mijn geliefde, pakte ik mijn fiets, reed een rondje en bracht het water uit de bidon naar het vers gedolven graf. Toen wist ik dat de fiets, die mijn geliefde noodlottig was geworden, mijn reddingsboei zou zijn voor de dagen, maanden en jaren die zouden komen.

De klingelende deurbel

 Ik herken de klingelende deurbel en weet dat het dan weer tijd is voor een uurtje zwoegen. Ik klik in de pedalen, fiets het liefst tegen de wind in en soms met tranen en snot voor ogen. Dan ben ik weer even onderweg in mijn eigen Troostwerkplaats. Misschien weet je al wanneer jij de klingelende bel hoort en ken je de weg naar jouw eigen Troostwerkplaats. En anders…ga op zoek. Ontdek en verken. Je zult jezelf erkentelijk zijn voor als het nodig is. Eerlijk gezegd is mijn eigen Troostwerkplaats nog niet zo’n gekke plek. Het is fijn om daar af en toe weer eens te zijn.

 

Een kop in een ochtendkrant. ‘Tennisicoon die de kunst van het loslaten heeft ontdekt.’ Deze verhalen worden graag verteld. Een sabbatical en dan de wereld ontdekken. Fietsen in de bergen bij New York, reizen naar Japan en wandelen in de Himalaya. En toch. Het had nog niet echt te verschil gemaakt.

Nee, dan het inzicht van een bevriend golfer. De baan is de baan, had die golfer gezegd. Soms ligt-ie er prachtig bij, de andere keer is-ie glibberig. Die metafoor had inzicht gegeven. De baan is de baan, corona is corona.

Ik zeg liever, het leven is het leven. Omarm de imperfectie. Omarm de imperfectie in plaats van het zoeken naar het ultieme geluk. De ideale wereld bestaat niet. Het ideale leven ook niet. Na elke reis weet je dat de zon thuis net iets minder zonnig is en het fruit minder zoet smaakt. Omarm de imperfectie.

Niets blijft zoals het is

Zo las ik ook een artikel over een modeontwerper die werkt met de zogeheten wabi-sabi filosofie. ‘De kunst van de imperfectie.’

Ooit repareerde ik op deze manier mijn lievelingsschaal. Gebroken dwars door midden. Met goudpoeder en lijm kreeg de schaal een tweede leven. Misschien was ze nog wel mooier dan voorheen. Uniek in ieder geval, want nergens, maar dan ook nergens op de wereld zou je een tweede van deze schaal in haar nieuwe design kunnen vinden.

In de traditionele Japanse esthetiek is wabi-sabi een wereldbeeld waarin de acceptatie van vergankelijkheid en imperfectie centraal staat. Schoonheid die ‘onvolmaakt, vergankelijk en onvolledig’ van aard is. Een manier waarop je naar het leven kunt kijken. De schoonheid van de imperfectie centraal. En vanuit de vergankelijkheid accepteren dat niets blijft zoals het is. Daar kan ik wel wat mee. Niets blijft zoals het is. De modeontwerper geeft reparatie-workshops geïnspireerd op deze Japanse hersteltechniek. Ze vergelijkt het herstellen van kleding met de coronacrisis. Ik maak graag een andere vergelijking. Het herstellen van het leven na verlies en rouw. Er zijn dingen stukgegaan. Heel erg stukgegaan, bijvoorbeeld het verlies van een geliefde of het verlies van een onderneming waar iemand jaren voor heeft gewerkt. Maar het simpele besef dat iets wat ogenschijnlijk onherstelbaar lijkt, toch gerepareerd kan worden, geeft mensen de moed om de schouders er weer onder te zetten.

Omarm de imperfectie, niets blijft zoals het is.

 

Schuif je stoel nog één keer aan tot aan de rand…

Het is tijd voor een nieuwe jas. Gek dat dat zo iets in ene opkomt. Ik heb een mooie winterjas. Ik kocht haar vijf jaar geleden en ze omkleedde mij warm en mooi. Ze hielp mij letterlijk door de eerste winter heen. Dat deed ze goed, die mooie jas. En nu… gisteravond ging ik een avondwandeling maken. In goed gezelschap zullen we maar zeggen. En vanochtend dacht ik, ja het is tijd voor een nieuwe jas. Inderdaad. Een nieuwe jas als transformatie naar een nieuwe stap in mijn leven. Elke reis begint bij een eerste stap. En dat is maar goed ook, want zover springen in één keer was zelfs een olympisch kampioen niet gelukt. Elke dag weer een stap verder in de toekomst.

En zo transformeert mijn leven stap voor stap

Deze zomer ontmoette ik een mooi mens. Tot dan was het onmogelijk geweest om aan nieuwe liefde te denken. Ik had mijn hart zo stevig ingepakt dat er geen doorkomen aan was. Niet voor mijzelf en niet voor een ander. En toen zomaar gebeurde het toch.

Mijn hart

Het ochtendlicht is net iets lichter

De zon iets warmer

Het fluitenkruid meer in bloei

En mijn hart, mijn hart

Mijn ogen net iets blauwer

Mijn haar net meer glans

Mijn lippen roder

En mijn hart, mijn hart

En bij het vallen van de avond

De oranje zon in mijn rug

Mijn handen als een trechter

Roep ik naar de maan

Maan, maan

Ik heb gezoend

En mijn hart, mijn hart

Ze fluistert terug

Je bent verliefd

 

Het is tijd voor een nieuwe jas.

Mijn verhalen heb ik met liefde gedeeld. Ik heb jullie mee genomen in mijn dwalingen in de tijd. Tien verhalen over liefde, gemis, tranen, hoop en perspectief.  Alle reacties hebben mij geraakt en gestimuleerd het hele verhaal te delen. Vanuit mijn hart heel veel dank daarvoor. Ik reis verder en ga nieuwe ondernemingen aan. Ik blijf verhalen schrijven en mijn ervaringen delen.

Fijn dat je naast mij zat aan de rand van het ravijn…het heeft mij goed gedaan

 

 

Verhalen zijn de luiken van het venster die het zicht naar de wereld openen. Herinneringen zijn de balsem voor je ziel. Vandaag trekt de karavaan van de Giro d’ Italia over de haarspeldbochten naar de top van de Stelvio. Ik volg de fietsspektakel een beetje vanaf de zijlijn. Maar vandaag met deze tocht en deze klim over de Stelvio wordt er weer even iets aangeraakt.

48 bochten en 27 gruwelijke kilometers

Lief had deze berg drie keer eerder beklommen. Hij was in training voor zijn vierde Dreiländergiro in Oostenrijk later in het voorjaar. Hij wilde nog één keer het monster in zijn bek kijken. Hij was er niet bang voor. Ontzag had hij wel voor deze col in de Dolomieten. De Stelvio is één van de zwaarste beklimmingen in de wielersport vanwege de lengte en het hoogteverschil van de klim. Woest en rauw met eenzame fietsers vechtend tegen de helling, de hoogte en de vermoeidheid. Lief omschreef zijn eerdere tochten over de Stelvio als …magnifiek, glorieus, slopend, pijnlijk, adembenemend, oneindig, eeuwig…

En zo kreeg ik vanochtend een appje en rolde weer even een traan. Vandaag trekt de wielerkaravaan van de Giro d’ Italia weer over de Stelvio pas. Ooit vroeger, lang geleden heeft Fausto Coppi hier zijn wedstrijden gewonnen. Passo dello Stelvio Cima Coppi, een eerbetoon aan een groot renner.

Mijn lief, de liefhebber. Hij leerde mij om de wind heen fietsen. Hij stierf in het harnas. In het laatste klimmetje van de dag. Een trainingsrondje in de Limburgse heuvels. In zijn voorbereiding voor wat zijn vierde Dreiländergiro zou worden. Passo dello Stevio Cima Alberto…er rolt een traan.

Daar ergens is de top                                                                                                          

ze durfde het weer om foto’s te bekijken. Eens in de zoveel tijd verzameld ze alle moed om te kijken naar dat wat was. Haar gezin, haar geliefde, de kleine meisjes, vakanties en kiekjes van ogenschijnlijk spontane momenten. Poses, gekke bekken, sport, spel, liefde en zorg. Het is er allemaal. Actief en in een leven zonder zorgen. Libelle plaatjes. Ze raakt verstrikt in alle beelden. Ze wil alles vasthouden, beetpakken, opsnuiven, aanraken, zichzelf wentelen in alles wat was. Ze wil zichzelf vastdraaien in de banden van de tijd, in de linten van de liefde, in de schoonheid van dat wat was. En als ze zich helemaal heeft vast gedraaid, wil ze uitbreken. Ze ziet het leven als een filmbeeld dat was. Ja, inderdaad het leven dat was, met alles dat het leven maakte wat het was. En niets is wat het lijkt. Het filmshot blijft hangen in haar hoofd. Zonnige kleuren, zomers, intens. Het was hard werken, dat ziet ze ook. Het moest het perfecte plaatje zijn, dat was het heel vaak en toch ook heel vaak niet. Ze kijkt nog eens en nog eens. Uiteindelijk print ze een prachtige foto van hem klimmend op zijn fiets. Ze ziet hoe hij de lucht uit zijn longen blaast en terug geeft aan de bergen. Staande op zijn trappers, de blik naar boven, richting de klim. Daar…daar ergens is de top…

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je mijn verhaal

 

Onstuimig weer, dat was het. Wind en regen. Weemoedig weer noem ik dit weer. Het brengt me soms weer naar de bossen en de velden van mijn jeugd. Vandaag in het bijzonder. Ik vergezel mijn moeder naar een uitvaartplechtigheid van haar overleden broer.

Ik sta voor de spiegel voor mijn ochtend ritueel. ‘Mooi maken’ zoals de meisjes dat noemden toen ze klein waren. Gedachten rollen door mijn hoofd, over de vergankelijkheid en de beperkte tijd om ons leven vorm te geven. En de beperkte tijd om te vergeven. ‘Overal is wat’ zo’n tegeltjes wijsheid. En dat is ook zo. Je kunt van mening verschillen, verdrietig of boos zijn om wat je niet hebt gekregen of om wat je wel hebt gekregen. Maar je hebt het ermee te doen. En dealen en leren om te gaan met je levenspad, dat kost tijd. Maar besef ook dat tijd beperkt is. Ga de reis voor verzoening aan. Het leven is beperkt houdbaar en het is meer dan jammer als dingen blijven liggen. Of als oude patronen weer worden doorgegeven in de lijn. Vandaag realiseer ik weer dat het leven kort is. Dat zeilen op de wind van vandaag is wat ik moet doen. De wind van gisteren brengt me niet meer vooruit. De wind van morgen…ach ze blijft misschien wel uit.

Dat is wat ik te doen heb. Proberen elke dag in vrede te leven, in verbinding te zijn met anderen en mij te verzoenen met mijn reis. Zeilen op de wind van vandaag.

Ik kan nog zoveel verzet geven op mijn gebroken dromen. Het zoeken naar perspectief voor de toekomst. Maar hoe doe je dat, vroeg ik mijn moeder, als je 86 jaar bent en je partner verliest. Waar zit je dan met je gebroken dromen en het toekomst perspectief.  ‘Pluk de dag’, antwoordde ze. Elke dag opnieuw. Ze wordt gelukkig van kleine dingen. De geur van het brood dat ze zelf bakt en de foto die ze verstuurt met haar IPhone. Het is haar mantra, haar gids in de dag.

Ik kies voor het zeilen op de wind. Ik kies voor de beweging en de dynamiek. Maar wat prachtig als je aan het einde van het leven je zo kunt verzoenen met de reis in je leven. De levenskunst om je verhouden tot datgene wat je ontmoet op het pad van je leven.

Ze brengt het laatste water uit haar bidon

…nog steeds wil ze het verhaal vertellen, maar het is al zolang geleden. De meeste kennen het al. Ze heeft het al zo vaak verteld. En toch. Soms zou ze willen dat het nog maar zo kort geleden was. Niet voor de pijn en de wanhoop, maar voor het verhaal. Ze wil het zo graag vertellen, praten over haar lief en hoe ze hem nog steeds mist. En ook hoe goed ze het samen doen. De meisjes en zijzelf, hoe zeer het dagelijks gemis. Terwijl haar jongste er nog steeds niet goed over kan praten. De naam van haar papa niet over haar lippen krijgt. Verijst als onverwachts zijn naam wel wordt genoemd. Of de oudste die zo stoer veel in naam van haar papa doet. De concerten die ze bezoekt, haar nieuwe telefoon en blij met haar vriendje die net als papa ook biologische boodschappen koopt. En zij, hoe doet zij het eigenlijk. Ze brengt het laatste water uit haar bidon na zijn graf als ze gefietst heeft. Ze steekt kaarsjes aan en praat elke avond met hem voordat ze slapen gaat. Ze vraagt licht voor de weg die ze moet gaan, ze vraagt om wijsheid voor de vragen waar ze voor staat en de beslissingen die ze moet nemen. Oh, oh… haar lief wat wil ze het nog graag een keer vertellen.

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je mijn verhaal

De dame op straat die volledig uit het niets zei: ‘mevrouw wat ziet u er prachtig uit vandaag.’ Die ochtend stond ik nog huilend voor de spiegel. Wie zou vandaag tegen mij zeggen: ‘schat wat zie je er weer mooi uit.’ Zij dus. Een onbekende vrouw.

Hulpbronnen. Je hebt ze heel hard nodig in tijden van verdriet. Mijn familie was steeds heel dichtbij, maar een heel netwerk dat zich als een web om je heen vouwt, dat is nog zo lang nodig. Het was niet het pannetje soep waar iedereen het altijd over heeft. Ja, ook lekker. Nee, het gaat over mensen die zonder blikken of blozen ondersteunen. En dat blijven doen. Zoals ik in mijn vorige blog schreef over mijn directe collega’s die echt een tandje bijzette. En die mij iedere keer weer in de smiezen hadden. De vrouwen die even een koffie met mij wilde drinken. De mannen, meer van de praktische slag: ‘wat kan ik van je overnemen, wat kan ik voor je doen.’ De buurvrouwen die even zwaaide als ze op de fiets voorbij kwamen. Maanden, maanden later nog. Zelfs jaren later nog. Kaarten in de brievenbus, bloemen bij de voordeur. Vriendinnen die mij steeds bleven uitnodigen en mee uit namen. En ik was echt niet de leukste dame om mee op pad te gaan. Ik had ook geen verhaal meer. Ik kon niets leuks meer vertellen. Huilen dat lukte aardig. Dag in dag uit. En dan ben je snel uitgepraat. Maar ze bleven mij trouw. Ze bleven mij trouw en bleven mijn kinderen trouw. En met al die hulpbronnen was het te doen. Ja, en toen ging er natuurlijk ook van alles stuk… Tenslotte gaat het leven gewoon door. En ook de levenscyclus van alle spullen om je heen.

Mooi spul dat duct tape

…vroeger ging er nooit iets stuk, dacht ze nog, of wel? Nou ja, in ieder geval nu viel haar van alles naar d’r oren. De spots in de keuken, een lekkende dakgoot, het slot van de voordeur, een magneet van het huisalarm, de keukenlade. Een lekke band met de fiets in ‘the middle of nowhere.’ In het begin schakelde ze daar bedrijven en ‘mannetjes’ voor in. Maar al snel had ze in de gaten dat ze daar straatarm van werd. Dus sinds die tijd is ze dikke vrienden met duct tape. Zo leerde ze kleine defecten te repareren. Na duct tape ontdekte ze YouTube, ook een zeer betrouwbare vriend voor allerlei support. Dus tegenwoordig kan ze zichzelf heel goed redden als ‘handywoman’. Geen klus te groot. Dakgoten, snoeiwerk, de tuin, lampen, sloten en schilderwerk. Alleen voor grote werkzaamheden schakelt ze een bedrijf in. Ze weet niet of ze altijd blij met haar zijn. Ze is kritisch geworden in de loop van de tijd. Ze wil goed werk zien, want ‘ducttapen’ dat kan ze zelf.

En zo is ze volleerd geworden en leert ze nog steeds. Ze beschouwt elke opdracht aan een bedrijf als een training voor haar zelf. Goed voor haar zelfvertrouwen. Ze heeft het hef weer in eigen handen. Mooi spul dat duct tape!

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je mijn verhaal

Rouwen is langzaam maar zeker begrijpen dat je leven ingrijpend is veranderd. Het is de bewustwording dat het verlies onomkeerbaar is. Rouw neem je mee, overal waar je komt en overal waar je heen gaat. Het leven gaat door. Alles gaat gewoon door.

Ik ga weer naar mijn werk, de meisjes pakken hun studie weer op. We buffelen gestaag door. Doorgaan zonder te veel na te denken. In mijn hoofd overleg met Lief hoe ik zaken zal aanpakken. Ik vraag om zijn wijsheid bij keuzes. Ik vraag waar hij iets heeft neergelegd en vaak vind ik het ook kort daarna. Ik weet heus wel wat gebeurd is, het intellectueel besef is er zeker. Maar mijn hart is er nog niet klaar voor. De volle werkelijkheid is nog niet doorgedrongen. De ontnuchtering komt pas later, wanneer het gewone leven zich hervat voor andere mensen. Ik denk wanneer groot verdriet klein verdriet wordt. Onzichtbaar begint te worden. Ondergronds gaat. Het verdriet er is, maar minder bespreekbaar is op straat, in de winkels en op het werk.

Toen ik mij realiseerde dat de wereld door draaide en ik stil stond, dat ik stil stond en geen idee meer had. Toen was daar het moment dat de werkelijkheid zich liet zien.

Alsof ze door een bevroren raam kijkt

 …ze loopt sinds een aantal dagen tijdens de lunch een rondje buiten. Ze kan het steeds minder goed uithouden op kantoor. Het vliegt haar aan, ze wil weg, weg. Zo loopt ze nu weer haar rondje. Het is inmiddels herfst en ze heeft het zo koud. Het bankje langs het voetpad is nat van de mist. Troosteloos weer is het. En terwijl ze loopt flitst er een gedachte door haar hoofd. Waarom in vredesnaam loop ik hier? Wat is er aan de hand met mij. Is er echt iets aan de hand. Zo gaan de gedachten heen en weer. Het is alsof ze door een bevroren raam naar binnen kijkt. Door het gaatje dat door haar warme adem is ontdooid.

Wat ze ziet stelt haar niet gerust. Het is dus echt, het is echt waar. Ze loopt hier radeloos met de ziel onder de arm. Alleen tussen al die mensen die voor hun lunchpauze even een frisse neus halen. Ze voelt zich zo alleen.

Tot nu toe kon ze zich redelijk redden op haar werk. Haar lief was daar normaal gesproken ook niet. Dus de uren en dagen op haar werk zijn ook momenten die haar niet permanent confronteren met het gemis. Maar het lijkt of het nu steeds dichter bij komt. Ineens is hij nu ook op haar werk en daarmee heeft het verdriet en gemis ook daar haar plaats ingenomen. Nu is het echt overal. Ze loopt huilend verder. Ze beseft dat ze het nu ook op haar werk niet meer alleen kan. Maar ze wil niet naar huis, want daar is het ook niet om te doen. Collega’s hebben al eerder uit bezorgdheid voorgesteld om met ziekteverlof te gaan. Furieus werd ze. Ze is niet ziek. Ze heeft een heel verdrietig hart. Ze is niet ziek. ‘Help me om in deze wanhoop overeind te blijven. Anders verlies ik alles.’

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je mijn verhaal

 

Wat verbind je opnieuw met het leven als je verliest. Kun je betekenis geven aan dat wat er niet meer is. Kun je betekenis geven aan hartzeer. Ja, dat kan als je de werkelijkheid onder ogen durft te komen. Realiseren dat iets er niet meer is, niet meer bereikbaar is. Dat is een gruwelijke realiteit. En het overvalt je vaak op momenten dat je er niet op was bedacht. Wat ik leerde in de loop van de tijd er een betekenis aan te geven. Eigenlijk de pijn aannemen, er naar kijken, het voelen en het licht te geven. Wat je omarmt kun je dragen. En dan is dat wat je hebt verloren weer heel dicht bij je. Op een andere manier. Metsel een steen, fluister een naam, plant bloembollen in een park, strooi het zaad van wilde bloemen in de berm langs de weg. Geef dat wat je verloren hebt een nieuwe plek. Leef met de glimlach van de herinnering. Leef met je gezicht naar het licht. Daar is de toekomst en daar is het perspectief.

De eerste winter na de die dramatische voorjaarsdag

…het ochtendlicht was anders, meer helder dan anders. Lichtblauw bijna. Dat zag ze door de gordijnen heen. Buiten was het stil, een gedempt geluid van het verkeer zo vroeg nog. Rustig en vredig, zo opende deze dag zich in de morgenstond.  Het was de eerste winter na die dramatische voorjaarsdag. Een winter met sneeuw.  Ze zouden samen buiten hebben gestaan, de armen wijd en de sneeuw hebben geprobeerd te vangen op hun tong. Gerend zouden ze hebben, achter elkaar aan om elkaar te verrassen met die ijskoude sneeuwbal. Sleeën en een sneeuwpop hebben gemaakt met de kleine meisjes. Ja, zo zou dat zijn geweest.  De wereld was wit, glad en het vroor dat het kraakte. Ze stak de weg over voor een paar boodschappen in het winkeltje. Zo noemde ze liefkozend de kleine Supermarkt aan de overkant van de weg. Ze rook het verse brood en de schappen waren weer gevuld. Dit in tegenstelling tot berichten in de kranten en op TV. Met dit weer stagneerde alles, alles ging een tandje lager. Ze maakte een praatje en complimenteerde de eigenaar. Samen met zijn vrouw runt hij deze parel van het dorp. Alles zag er alweer zo verzorgd uit. ‘Lukt het wel om alles op tijd binnen te krijgen?’ Hij nam even de tijd en antwoordde met Amsterdams accent. ‘Mooi werk! Om zes uur vanochtend was de vrachtwagen er al. Begrijp je dat. Hij stond er al. En toen heb ik samen met m’n meissie de wagen leeg getrokken. Mooi werk zo s’morgens vroeg….’ ze knikte. Zijn stem verdrong zich naar de achtergrond. Ze hoorde hem al niet meer. M’n meissie, m’n meissie, galmde het na. Ze liep naar huis, knerpende sneeuw onder haar schoenen. Mijn meissie, mijn meissie, dacht ze. Ik ben niemands meissie meer. Thuis maakt ze een koffie en besmeerde het broodje met abrikozenjam. Lekker zoet, daar kon ze zo van genieten. Boter en jam op het verse broodje dat nog kraakte bij de eerste hap. Een berichtje op haar telefoon. ‘Dag schoonheid, mooie vrouw, moest even aan je denken onderweg in de trein. Hopelijk gaat het vandaag een beetje in de witte wereld. Lieve groet’ Ze weet het nog precies hoe hij daar die bewuste avond aan de deur stond. In tranen om zijn verloren dierbare vriend. Ontdaan, verslagen en heel verdrietig. Hij mag het zeggen, dacht ze. Hij mag plaatsvervangend ‘dag schoonheid’ zeggen. ‘Dank je lieverd’, appte ze terug. ‘kus van zijn meissie.’

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je een nieuw verhaal

 

Twee weken geleden heb ik mijn bedrijf ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Aan een mooie website wordt nu gewerkt en de belastingdienst heeft mij ook ontdekt. Dit is echt waanzinnig! En geloof me, hier durfde ik een paar jaar geleden niet eens van te dromen. Het leven heeft mij op een nieuwe voeten gezet. Studeren aan University of Everyday life. Zo wil ik jullie inspireren met mijn blogs. Door de wol geverfd en met mijn verhalen wil ik een ander perspectief aanreiken. Er zijn zoveel momenten in ieders leven waar een antwoord niet direct voorhanden is. En toch…en toch. Luisteren, durven te vertrouwen en laten gaan.

‘There is a crack in everything. That’s how the lights gets in…’
…het voorjaar was ongemerkt overgegaan naar de zomer. En nog steeds was het zo koud in huis. Ze deden wat ze konden doen en vaak was dat niets. Zelfs het eten deed pijn in haar mond. Een sneetje witbrood met jam, dat lukte nog wel. Soep en zachte schotels. Lasagne.
Haar jongste dochter had ook nog eindexamen gedaan, ze had twee herexamens. Met een studiecoach gingen ze aan de slag om nog te kijken wat mogelijk was. Jammer, jammer…ook haar derde herkansing ging de mist in. Exit havo. Ze wilde echt niet meer. Echt niet meer! Haar droom voor het conservatorium zou ook een droom blijven, voorlopig. Dan op zoek naar een alternatief. Midden in de zomer, terwijl alle scholen de rolluiken al naar beneden hadden gedaan. En dochterlief wilde het huis uit. Door roeien en ruiten. Er was geen houden meer aan. Veel mensen hadden hulp toegezegd. Dit was zo’n moment. Ze werden gered met een antikraak etage in Amsterdam-Oost. Haar zorgen waren groot. Maar ze geloofde heilig in deze weg. Haar jongste kind. Ze moest haar loslaten, begeleiden, aanmoedigen en heel veel vertrouwen geven. Een andere weg was er niet. In een gestaag tempo werd alles opgeknapt en ingericht. Dochterlief ging soms na schooltijd nog wat verven. Alles was zo oud en brak dat met het witsel ook het behang weer van de muren af viel. In wanhoop smeekte ze om bijstand. ‘Papa, papa, je moet me helpen’, maar dat was nu tevergeefs. Misschien was hij er op een andere manier bij, maar het behang bleef in ieder geval niet plakken. Samen sleepten ze alles drie etages omhoog. De trap was smal, uitgesleten en ingezakt. Halsbrekende toeren met z’n tweeën. Maar het kon niet anders. Dit moesten ze samen doen. En zo kon deze dochter voorzichtig haar eigen weg gaan.

Een bittergarnituur
De buurt was zo leuk. Op een zondagmiddag zaten ze samen een biertje te drinken in een kroeg op de hoek. Wie moest hier nu eigenlijk een biertje drinken met deze dame, dacht ze nog met een brok in haar keel. Ze wisten allebei wel beter en bestelde nog een bittergarnituur. Zo trots op hun resultaat. ‘Konijntje’, zei ze zacht. ‘We zijn goed bezig.’ De hele entourage bracht haar terug naar haar eigen tijd in Amsterdam. Samen met haar lief op de fiets door de stad. Langs de grachten en over bruggen. Op bezoek bij vrienden die ook zo woonden. Krakkemikkig, kale vloeren en een peertje aan het plafond. Paradiso, de Melkweg en festivals. Mandela op het balkon bij de Stadschouwburg. Soms kon ze zo maar dertig jaar overbruggen. Alsof er niets gebeurd was. In het weekend voor de herfstvakantie zouden ze de laatste dingen verhuizen. Zaterdagavond had ze gekookt en na het eten werden de laatste rommeltjes bij elkaar geraapt. ‘Zal ik je naar Amsterdam brengen?’ vroeg ze zonder drama. Ze probeerde het klein te houden. Geen emotionele toestanden, gewoon de laatste spullen in de auto en rijden. Het oranje schijnsel van de straatlantaarns van de Oosterparkstraat verwelkomde hen. Ze zag weer licht.

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je een nieuw verhaal

…de hele dag waren ze bezig geweest met het mooi maken van het huis. Lief zou thuis komen en daar moest alles voor in orde zijn. Het terras zat vol met onkruid. Het was pas Mei en toch piepte het gras overal tussendoor. Onwerkelijk. Overal kwam hulp vandaan. Er werd een tent gebouwd, bloemen gebracht en de eerste condoleances bezoeken. Verslagen, grote verslagenheid. ‘The blue box is so sad today.’ Meer woorden waren niet nodig om het verdriet en het medeleven van al haar collega’s te verwoorden. De tent stond er. Het terras en het tuinpad aangeveegd. En toen kwam zijn auto. De chauffeur parkeerde de auto op het tuinpad en glipte weg langszij. De racefiets lag op de achterbank. Ze dacht nog, ‘ze zullen toch wel het wiel er goed uitgehaald hebben?’ Dat was zo’n freaktik die in de loop der jaren was ingesleten. Zijn lerenjasje op de koffer. Mijn god, dit is echt! Alles, de auto, zijn fiets, de koffer en zijn jas. Alles… maar alles zonder hem. ‘s Avonds toen iedereen al weg was en ze nog even met de meisjes zat na te praten, klopte een vriend  aan. Ontdaan, verslagen en heel verdrietig. Hij wilde even een persoonlijk bericht in de brievenbus doen toen haar dochter hem buiten zag zoeken. ‘Jullie kennen mij niet, maar ik ken jullie wel, ik heb zoveel over jullie gehoord,’ hij opende hun harten. Dat was het moment waarop zij ook die kant van haar geliefde leerde kennen. Hij was een dierbare collega en een vriend. En langzaam aan begrepen ze dat ze niet meer alleen waren. Zoveel meer mensen waren totaal ontdaan en verdrietig. Ze zou altijd aan dit moment terugdenken bij het horen van ‘Morning phase’ van Beck..

Lievelingsmuziek
Zeven dagen tot aan de begrafenis. Elke morgen opende ze de tent net zoals ze dat deed in de vakanties. Bij de kist zette ze de muziek aan. Zijn lievelingsmuziek en hun herinneringen. Brandde kaarsen en wierook. Het was het meest wonderschone en breekbare moment van de dag en tegelijkertijd zo intens dramatisch en verdrietig. Ze was nog even alleen met hem. De lentezon en de dauw op de weilanden. Ontluikende bloesem en veel nog in de knop. Alleen deze knop was gebroken, in de bloei van zijn leven. Wanhoop, ze had geen idee hoe dit verder moest. Maar het ging als vanzelf. Er moest zoveel geregeld worden. Rond tienen elke ochtend druppelde familie en vrienden weer binnen. Dan gingen ze weer aan de slag. Ze wilde graag de condoleances aan huis. Ze wilde iedereen ontvangen in het huis waar ze samen zo gelukkig waren geweest. Zo opende ze haar hart en daarmee ook de ruimte naar anderen om deelgenoot te zijn in dit grote verlies. Er was elke dag eten, er werd eten gebracht, gekookt, samen gegeten en samen gehuild. Ze zette schaaltjes met zijn lievelingseten bij hem neer. Haar dochters schreven lieve woorden op zijn kist en vertelde hem wat ze nog zo graag wilde zeggen. Ze deelden herinneringen en hij werd geëerd om al zijn liefde.

Hulp van alle kanten
Zo ontmoette ze ook zijn vrienden en collega’s. Allemaal diep geraakt door zijn plotselinge dood. Hulp kwam van alle kanten en vaak kon ze niet bedenken hoe ze alle hulp kon inzetten. ‘s Avonds laat zat ze dan nog even met haar dochters. Ze hadden elkaar in de drukte van de dag vaak te weinig aandacht gegeven. En…ze konden elkaars tranen zo moeilijk zien. Ze waren naar binnen gekeerd en vochten wanhopig met hun verdrietig hart. Haar zusjes gingen nieuwe kleren met ze kopen, want dat wilden ze ook graag. Mooi zijn voor papa! Samen met haar dochters liep ze op de begraafplaats. Wat is het mooiste plekje? En ze schrok bij de gedachte dat deze begraafplaats haar park voor de komende jaren zou worden. Hier zou ze nog heel vaak zijn. Met vereende krachten werkten ze aan de afscheidsceremonie. Ze wilden alles zelf doen tot het luiden van de klokken in de kerk. Ze wilde tot het laatste moment doen wat ze kon doen. Tot de laatste schep zand in het graf.

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je een nieuw verhaal