3. Zeven dagen

…de hele dag waren ze bezig geweest met het mooi maken van het huis. Lief zou thuis komen en daar moest alles voor in orde zijn. Het terras zat vol met onkruid. Het was pas Mei en toch piepte het gras overal tussendoor. Onwerkelijk. Overal kwam hulp vandaan. Er werd een tent gebouwd, bloemen gebracht en de eerste condoleances bezoeken. Verslagen, grote verslagenheid. ‘The blue box is so sad today.’ Meer woorden waren niet nodig om het verdriet en het medeleven van al haar collega’s te verwoorden. De tent stond er. Het terras en het tuinpad aangeveegd. En toen kwam zijn auto. De chauffeur parkeerde de auto op het tuinpad en glipte weg langszij. De racefiets lag op de achterbank. Ze dacht nog, ‘ze zullen toch wel het wiel er goed uitgehaald hebben?’ Dat was zo’n freaktik die in de loop der jaren was ingesleten. Zijn lerenjasje op de koffer. Mijn god, dit is echt! Alles, de auto, zijn fiets, de koffer en zijn jas. Alles… maar alles zonder hem. ‘s Avonds toen iedereen al weg was en ze nog even met de meisjes zat na te praten, klopte een vriend  aan. Ontdaan, verslagen en heel verdrietig. Hij wilde even een persoonlijk bericht in de brievenbus doen toen haar dochter hem buiten zag zoeken. ‘Jullie kennen mij niet, maar ik ken jullie wel, ik heb zoveel over jullie gehoord,’ hij opende hun harten. Dat was het moment waarop zij ook die kant van haar geliefde leerde kennen. Hij was een dierbare collega en een vriend. En langzaam aan begrepen ze dat ze niet meer alleen waren. Zoveel meer mensen waren totaal ontdaan en verdrietig. Ze zou altijd aan dit moment terugdenken bij het horen van ‘Morning phase’ van Beck..

Lievelingsmuziek
Zeven dagen tot aan de begrafenis. Elke morgen opende ze de tent net zoals ze dat deed in de vakanties. Bij de kist zette ze de muziek aan. Zijn lievelingsmuziek en hun herinneringen. Brandde kaarsen en wierook. Het was het meest wonderschone en breekbare moment van de dag en tegelijkertijd zo intens dramatisch en verdrietig. Ze was nog even alleen met hem. De lentezon en de dauw op de weilanden. Ontluikende bloesem en veel nog in de knop. Alleen deze knop was gebroken, in de bloei van zijn leven. Wanhoop, ze had geen idee hoe dit verder moest. Maar het ging als vanzelf. Er moest zoveel geregeld worden. Rond tienen elke ochtend druppelde familie en vrienden weer binnen. Dan gingen ze weer aan de slag. Ze wilde graag de condoleances aan huis. Ze wilde iedereen ontvangen in het huis waar ze samen zo gelukkig waren geweest. Zo opende ze haar hart en daarmee ook de ruimte naar anderen om deelgenoot te zijn in dit grote verlies. Er was elke dag eten, er werd eten gebracht, gekookt, samen gegeten en samen gehuild. Ze zette schaaltjes met zijn lievelingseten bij hem neer. Haar dochters schreven lieve woorden op zijn kist en vertelde hem wat ze nog zo graag wilde zeggen. Ze deelden herinneringen en hij werd geëerd om al zijn liefde.

Hulp van alle kanten
Zo ontmoette ze ook zijn vrienden en collega’s. Allemaal diep geraakt door zijn plotselinge dood. Hulp kwam van alle kanten en vaak kon ze niet bedenken hoe ze alle hulp kon inzetten. ‘s Avonds laat zat ze dan nog even met haar dochters. Ze hadden elkaar in de drukte van de dag vaak te weinig aandacht gegeven. En…ze konden elkaars tranen zo moeilijk zien. Ze waren naar binnen gekeerd en vochten wanhopig met hun verdrietig hart. Haar zusjes gingen nieuwe kleren met ze kopen, want dat wilden ze ook graag. Mooi zijn voor papa! Samen met haar dochters liep ze op de begraafplaats. Wat is het mooiste plekje? En ze schrok bij de gedachte dat deze begraafplaats haar park voor de komende jaren zou worden. Hier zou ze nog heel vaak zijn. Met vereende krachten werkten ze aan de afscheidsceremonie. Ze wilden alles zelf doen tot het luiden van de klokken in de kerk. Ze wilde tot het laatste moment doen wat ze kon doen. Tot de laatste schep zand in het graf.

Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je een nieuw verhaal