6. Mijn hart is er nog niet klaar voor
Rouwen is langzaam maar zeker begrijpen dat je leven ingrijpend is veranderd. Het is de bewustwording dat het verlies onomkeerbaar is. Rouw neem je mee, overal waar je komt en overal waar je heen gaat. Het leven gaat door. Alles gaat gewoon door.
Ik ga weer naar mijn werk, de meisjes pakken hun studie weer op. We buffelen gestaag door. Doorgaan zonder te veel na te denken. In mijn hoofd overleg met Lief hoe ik zaken zal aanpakken. Ik vraag om zijn wijsheid bij keuzes. Ik vraag waar hij iets heeft neergelegd en vaak vind ik het ook kort daarna. Ik weet heus wel wat gebeurd is, het intellectueel besef is er zeker. Maar mijn hart is er nog niet klaar voor. De volle werkelijkheid is nog niet doorgedrongen. De ontnuchtering komt pas later, wanneer het gewone leven zich hervat voor andere mensen. Ik denk wanneer groot verdriet klein verdriet wordt. Onzichtbaar begint te worden. Ondergronds gaat. Het verdriet er is, maar minder bespreekbaar is op straat, in de winkels en op het werk.
Toen ik mij realiseerde dat de wereld door draaide en ik stil stond, dat ik stil stond en geen idee meer had. Toen was daar het moment dat de werkelijkheid zich liet zien.
Alsof ze door een bevroren raam kijkt
…ze loopt sinds een aantal dagen tijdens de lunch een rondje buiten. Ze kan het steeds minder goed uithouden op kantoor. Het vliegt haar aan, ze wil weg, weg. Zo loopt ze nu weer haar rondje. Het is inmiddels herfst en ze heeft het zo koud. Het bankje langs het voetpad is nat van de mist. Troosteloos weer is het. En terwijl ze loopt flitst er een gedachte door haar hoofd. Waarom in vredesnaam loop ik hier? Wat is er aan de hand met mij. Is er echt iets aan de hand. Zo gaan de gedachten heen en weer. Het is alsof ze door een bevroren raam naar binnen kijkt. Door het gaatje dat door haar warme adem is ontdooid.
Wat ze ziet stelt haar niet gerust. Het is dus echt, het is echt waar. Ze loopt hier radeloos met de ziel onder de arm. Alleen tussen al die mensen die voor hun lunchpauze even een frisse neus halen. Ze voelt zich zo alleen.
Tot nu toe kon ze zich redelijk redden op haar werk. Haar lief was daar normaal gesproken ook niet. Dus de uren en dagen op haar werk zijn ook momenten die haar niet permanent confronteren met het gemis. Maar het lijkt of het nu steeds dichter bij komt. Ineens is hij nu ook op haar werk en daarmee heeft het verdriet en gemis ook daar haar plaats ingenomen. Nu is het echt overal. Ze loopt huilend verder. Ze beseft dat ze het nu ook op haar werk niet meer alleen kan. Maar ze wil niet naar huis, want daar is het ook niet om te doen. Collega’s hebben al eerder uit bezorgdheid voorgesteld om met ziekteverlof te gaan. Furieus werd ze. Ze is niet ziek. Ze heeft een heel verdrietig hart. Ze is niet ziek. ‘Help me om in deze wanhoop overeind te blijven. Anders verlies ik alles.’
Schuif je stoel tot aan de rand van het ravijn…dan vertel ik je mijn verhaal